Artikel Joop Tulp, Preek van de Leek - mannuhkoor.nl

.

De preek
“IK EN DE VREEMDELING”

6 november 2022


Joop-Tulp_alter ego_mannuhkoor.l - alkmaaar

Joop Tulp

“Ik vind het een eer dat ik hier mag spreken én ik vind het een eer dat jullie hier met zovelen gekomen zijn. Deze preek gaat over mij en de vreemdelingen in Heiloo. Die inspireren mij. In deze preek maken jullie kennis met mijn leven met deze kleurrijke dorpsgenoten.

Dit is geen preek. Ik lees toch uit de bijbel een tekst die me te pas komt:

Wanneer de Mensenzoon komt, zal hij zeggen: Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op. Alles wat jullie gedaan hebben voor hen, hebben jullie voor mij gedaan.

Mijn eerste ervaring met vreemdelingen.

Schutterswei-gevangenis-Alkmaar-mannuhkoor.nl
In 1987 werden asielzoekers die aankwamen op Schiphol in opdracht van staatssecretaris Kosto gevangen gezet in De Schutterswei in Alkmaar. Ze hadden niets op hun kerfstok en kwamen toch achter de tralies. Toen de eersten in Alkmaar in een blauwe justitiebus met kleine bovenraampjes aankwamen, hoorde ik hun wanhoop. Ze bonkten tot bloedens toe tegen de ramen. Ik schrok hier ontzettend van. Met gelijkgestemden protesteerde ik wekelijks voor de gevangenismuur. Ook daar hoorde ik de asielzoekers, maar zag ze weer niet. Zij hoorden dit lied:

Laat ze vrij, vrij, Schutterswei
Zijn jullie met zijn allen nou bezopen
Gooi die deuren open
Een vluchteling in Nederland hoort vrij.

Het is erg, maar in 2022 is er voor asielzoekers bar weinig verbeterd: buiten slapen in Ter Apel en vele verhuizingen van sporthal naar sporthal met als enige voordeel, zei een statushouder: ‘Ik ken de topografie van Nederland nu goed’

Ik wilde de gevangen asielzoekers zien en spreken. Dat kon als ik bezoeker zou worden van de kerkdiensten. Na screening mocht ik erheen. Moslims mochten toen ook nog de diensten bezoeken. Ik sprak na de diensten met de asielzoekers en werd geraakt door hun lot. Ik wilde opkomen voor hun rechten en zelfs vluchtelingenadvocaat worden. Daar kwam het niet van, ik ben onderwijzer in hart en nieren.

Ik bleef vluchtelingenzaken wel goed volgen. Toen ik met pensioen ging, werd ik vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Heiloo. Voor ik verder ga, wil ik een gelijkenis vertellen:

De gelijkenis van mijn oom en tante.

Familie Tulp-mannuhkoor.nl
Zij werden gezegend met 8 kinderen. In de jaren 60 was mijn oom    tuinder. Hij wilde emigreren naar Australië. Voor 50 gulden kon het hele gezin erheen. Nederland was met 10 miljoen inwoners immers vol? Het werd een afscheid met het idee: die zien we nooit meer terug.

In Australië werd het gezin opgevangen door de kerk. Mijn oom werd  er tuinvrijwilliger en mijn tante deed de huishouding. De kinderen gingen naar school. De oudste zoon moest werken: er moest brood op de plank. Zijn loon kwam regelrecht in tantes portemonnee.

Mijn oom en tante leerden nooit goed Engels. Als je ouder bent is een nieuwe taal leren lastig. Het was ook niet echt noodzakelijk: ze leefden in een Nederlandse bubbel. De kinderen konden tolken en formulieren invullen. Oom en tante bleven trouw aan oude meningen en gewoonten, ze werden van lieverlee zelfs  conservatief. De kinderen deden het goed. Ze bleven wel allemaal dromen, dromen van Nederland: over vrienden, vanillevla en appeltaart.

Ik herken hun verhaal bij vluchtelingen hier: de ouderen kunnen vasthouden aan tradities en gewoontes, aan eigen taal, aan eigen rolpatronen en kunnen leven in hun eigen bubbel. De kinderen vernederlandsen en werken aan hun toekomst.

Mijn oom en tante waren emigranten, economische vluchtelingen. Die zijn er nu veel: gastarbeiders, expats, internationale studenten, …. Ik ben er ook eentje. In 1975 was er een onderwijzersoverschot in Friesland. Daarom kwam ik hier als Fries om útens.
Onze nieuwe dorpsgenoten zijn echter geen economische vluchtelingen, maar mensen die zeer ernstig bedreigd werden in hun eigen land.

Echt vluchten

Thuis ben je veilig, denk je, maar niet in landen waar geen vrijheid is, waar je geen mening mag hebben, waar je niet kunt zijn wie je bent, of waar je slaaf van een regime bent, waar oorlog is, je situatie eveneens bedreigend is, waar je geen toekomst hebt, Je moet wel weg.

Niet ieder durft dat aan. Je moet lef hebben, initiatief tonen en de mogelijkheid daarvoor hebben. Je moet over grenzen gaan, moet over je eigen grenzen gaan, door bossen, bij nacht en ontij dwars door onbekende landen trekken, je gelaten laten mishandelen, misbruiken, verkrachten, of in wrakke boten ruwe zeeën overwinnen, huis en haard verlaten…. om elders in een onbekend ver, nat en koud Nederland een nieuw leven met vallen en opstaan te beginnen.

Met achtergelaten familie kun je soms Skypen, je omarmt ze echter nooit meer. Je huis en je vrienden zijn daar, je taal ook. Je komt in een land waar je een andere kleur hebt, je soms een ander geloof hebt, waar je opleiding niet telt, waar men anders eet, anders denkt, waar men zich anders kleedt.
Waar mensen het gek vinden dat je de gordijnen dicht hebt; ze weten niet dat je niet gezien wilt worden zonder sluier. Of dat je nog steeds bang bent voor priemende ogen van de geheime politie. Of dat je je hele leven al gewend bent het felle zonlicht buiten te houden of dat je privacy wilt.

Een land met andere gewoontes, een andere taal, andere letters en gekke woorden met uu, ng, eu of ui. Een land waar alle mensen, volgens een Chinese oud-leerling van mij, altijd naar bloemkool ruiken. Een land waar gezichten en namen op elkaar lijken. Jaap, Juup, Joop? Niet bij te houden….

Kinderen op de vlucht

Van een jongen van 10 hoorde ik dat hij met zijn vader in de auto zat en beschoten werd. Hij zag dat zijn oma onthoofd werd. Met zijn ouders en twee broertjes (de jongste was 3 weken) kwam hij per sloep over de Middellandse Zee. Ze kwamen kletsnat aan wal. In een geblindeerde auto reden ze naar Nederland. Het gezin vroeg en kreeg asiel.

Dat is volgens de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een recht, en dus geen gunst.

Deze jongen woont nu in Heiloo. Hij is 4 jaar later nog steeds bang en kan asociaal gedrag vertonen. Ik snap dat. Ik werk daaraan en kom voor hem op zolang ik kan.

Naar Nederland..

Tijdens het verblijf in Ter Apel worden asielzoekers minutieus ondervraagd. Dit zijn zware uren, hun toekomst is ervan afhankelijk. Iets fouts zeggen kan teruggestuurd worden betekenen. Als hun aanvraag positief beoordeeld wordt, worden zij statushouders. Ze krijgen vergunning voor bepaalde tijd in Nederland. Na 5 jaar mogen ze, als hun eigen land nog even bedreigend is, hier blijven en Nederlander worden. (Onze burgemeester maakt er dan steeds weer een feestje van.)

In AZC’s is het wachten op een woonplek. Een cliënt van me leefde twaalf jaar lang in 5 AZC’s. Zijn vrouw en kind verbleven al die tijd in het thuisland. Dan tikt de tijd.

Horen jullie de tijd tikken in dit pianostuk?

Harmanneke speelt op piano Wheels Of Time

Elke gemeente krijgt van overheidswege opdracht een aantal statushouders te huisvesten. Dit heet taakstelling. Ondanks de schaarste aan woningen voldoet Heiloo aan de taakstelling. Top!

Woonruimte vinden is wel een groot probleem. De wachtlijsten voor een woning in Heiloo zijn al jaren veel te lang.  Heiloo heeft dit aan zichzelf te wijten. Bij nieuwbouw gold tot 2017 als norm: 40% sociale woningen. De gemeenteraad liet dat helemaal los. Bouwen naar behoefte heette dat. Er werd alleen niet bij gezegd voor wiens behoefte. Ik denk: de behoefte van de gemeente om de afslag van de A9 te financieren. Behoefte? Puh.

Vorige maand besloot de gemeenteraad dat er in komende grote bouwplannen 30% sociaal gebouwd gaat worden. En in kleinere bouwplannen dan?

leegstaand ggz-gebouw limmen-preek-joop tulp-mannuhkoor.nl
Onze BUCHzustergemeente Castricum probeert haar taakstelling te ontlopen. Statushouders worden op haar kosten in het voormalig AZC van Alkmaar geplaatst.

Én: Castricum heeft nog een andere, lelijke, oplossing gevonden. In het leegstaande gebouw van de GGZ aan de Oosterzijweg in Limmen worden alleenstaande statushouders gehuisvest. Ze wonen er in kleine niet onderhouden kamers van voorheen de GGZ: voorzien van een bed, een tafel, een stoel, geen wastafel. De keuken en het sanitair worden gedeeld. Verschillende nationaliteiten daar bij elkaar zorgen niet voor een veilige omgeving. De wethouder van Castricum noemt het ‘rustig wonen in het groen’. Deze statushouders zijn echter verbannen naar de rafelrand van de gemeente tussen arbeidsmigranten waar ze zeer weinig Nederlanders tegenkomen, met een bordje verboden toegang. Het openbaar vervoer is ver te zoeken.
Twee maanden geleden kregen er ook nog 20 Oekraïners (moeders met kinderen) onderdak. Dit idee moet zeker niet door de hele BUCH worden nagevolgd.

In Heiloo

In 2013 begon ik als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk. Als er woonruimte beschikbaar kwam, maakten statushouders kennis met mij op station Heiloo. Ik werd begeleid door een betaalde medewerker. Dit begeleiden is business geworden. Het wordt door de gemeente aanbesteed. In de afgelopen jaren won VluchtelingenWerk Nederland deze aanbesteding. Dit jaar won Inova haar. Deze organisaties werken verschillend. Door wisselingen in begeleiding wordt mijns inziens de continuïteit niet gewaarborgd…

De nieuwe dorpsgenoten komen vaak enkel met een betaalpas en een mobieltje in Heiloo aan. Hun mobiel is hun alles: atlas, Tomtom, woordenboek, agenda, fototoestel, geheugen, computer met mail, calculator, telefoon, contact met het thuisland.

Samen met hen wordt de beschikbare woning bekeken en moet werkelijk alles geregeld worden: overname van goederen, verzekeringen, toeslagen, huisarts, boodschappen doen enzovoort. Ik had er geen idee van hoeveel zaken dit betreft, een verhuizing is er niks bij. En dan al die onmogelijke formulieren invullen. Voor de statushouder en ook voor mij is dat een crime. Toen ik een cliënt daarbij hoorde spreken over hoertoeslag moest ik even nadenken en heb de uitspraak verbeterd.

Mijn ervaringen met statushouders

Ik vind begeleiden van statushouders goed en intensief werk. Ik ben betrokken bij mijn cliënten. Ik zie veel achter de voordeur. Ik kijk mee achter DigiD en op de betaalrekening en lig soms wakker van de problemen.

Ik vind het lastig en moeilijk een evenwicht te vinden tussen nabijheid en distantie, tussen compassie en betrokkenheid. Ik probeer mee te leven, begripvol en eerlijk te zijn. Samen met cliënten probeer ik kleine, praktische oplossingen te vinden voor problemen. Dat lukt niet altijd. Zo had een cliënt geen vertrouwen meer in me. Ik won het vertrouwen niet terug en onze wegen scheidden. Dat doet pijn.

Ik zeg steeds dat ik alleen een pen, een telefoon en een laptop heb en geen schroevendraaier. En uit milieuoverwegingen ben ik blij autovrij. Men kan dus geen beroep doen op mij als klusjesman of als chauffeur. Zo kan ik voor mezelf mijn werkzaamheden enigszins beperken.

Ik fiets in weer en wind naar mijn cliënten. Zij kiezen bij een regentje voor de auto of komen soms niet.

De cliënten komen ook bij me thuis. Daar krijg ik last van welvaartsschaamte. Ik verstop me dan achter de zin: ik heb er veertig jaar voor gewerkt.

Ik zie hoe lastig ouders het soms hebben met kinderen die vernederlandsen. Èn ik zie hoe fijn hun kinderen het kunnen doen.

Ik leerde enkele zaken om over na te denken

  • Gastvrijheid
  • Op tijd komen is een Nederlandse deugd. Wij zijn mensen van de haast. Wij hebben de klok, maar zij hebben de tijd…..
  • Orthodox-christelijke statushouders uit Eritreal vasten veel. Dit gebeurt elke woensdag en elke vrijdag,   in de weken voor Pasen en Kerst    en op nog meer tijden. Vasten betekent voor hen: veganistisch eten. Een mooie klimaatactie!

Van de Heilooër bevolking kwam de afgelopen jaren veel steun. Veel fietsen hebben een nieuwe eigenaar gevonden. Veel meubilair heeft een herbestemming gekregen en ook veel kleding, van gewassen tot ongewassen, kreeg een circulaire bestemming. Soms gebeurt het dat in onze ogen prachtige dingen worden aangeboden en dat niemand ze wil hebben. Smaken en wensen verschillen…

Er wordt wel gesuggereerd dat voor statushouders een rode loper uitgerold is, dat ze alles in de schoot geworpen krijgen. Niets is minder waar. Voor de inrichting van de eerste woning krijgen ze een lening, die terugbetaald moet worden. Werk krijgen is lastig. Het minimumloon is laag. Of probeer maar eens rond te komen van de bijstand inclusief alle toeslagen. Een Tilburgse wethouder lukte dat niet.

Werkkansen

Als je redelijk met de Nederlandse taal overweg kunt, is er kans op een baan. Dat zie ik gelukkig ook gebeuren. Ken je de taal nog niet zo goed, dan zien werkgevers kans om van de huidige Nederlandse wet misbruik te maken: juist statushouders krijgen een 0-urencontract of een flexbaan. Ze krijgen onregelmatig werk, hebben amper contact met Nederlanders en komen regelmatig op straat te staan.

Ik mag van een cliënt daar niet bij zijn baas over protesteren. Hij is bang dat hij daardoor werkloos wordt. Ik kies voor zijn veilige gevoel, maar houd daarmee de situatie wel in stand.

Ontwikkelingskansen

Ik denk dat jongere kinderen het meeste voordeel hebben van de vlucht. Ze doen snel mee en leren spelenderwijs Nederlands.

Binnengekomen kinderen van 10 jaar en ouder hebben helaas minder kansen. In de hoogste groepen van de basisschool is weinig tijd en geld voor hun begeleiding. Ik heb daarom kinderen individueel lees- en rekenles gegeven om hun achterstand bij te werken, want ze moeten rond hun dertiende naar het voortgezet onderwijs. Dan hebben ze meestal nog geen eind-groep-8-niveau. Het schooladvies wordt dan… praktijkonderwijs. Dat niveau past wellicht bij hun taalniveau, maar vaak niet bij hun intelligentie. Een speciale brugklas voor hen is een droomwens van me.

16-plussers genieten wèl meer kansen. Ze kunnen zelf een opleiding kiezen. Meisjes doen dat meer dan jongens. Jongens werken vaak liever voor de felbegeerde euro’s. Gelukkig zijn er leer-werk-trajecten voor hen.

Oudere statushouders zijn blij als ze met werk hun eigen broek op kunnen houden. Zoals bijvoorbeeld mijn Syrische kapper: hij heeft een eigen zaak in Schoorl, maar zijn inkomsten benaderen de bijstand.

In 2019 veranderde mijn rol van statushouderbegeleider bij VluchtelingenWerk. Ik moest voor de gemeente en VluchtelingenWerk rapporten maken over statushouders over hun reinheid, omgang met buren, taalbeheersing en meer. En de begeleiding mocht maximaal een jaar duren.

Als vertrouwenspersoon kon ik me in die rapportage niet vinden én de beperkte begeleidingstijd brak me op. Enkele anderen deelden dit. Er ging iets broeien, er ging iets groeien. Heiloo voor Elkaar werd opgericht. Dat is goed nieuws!

(Koor zingt Calypso)
.

De Stichting Heiloo voor Elkaar bestaat uit een aantal vrijwilligers en wil het welzijn van statushouders bevorderen met deze doelen:

Heilooër statushouders voelen zich veilig, ze zijn zelfredzaam, ze voelen zich competent, ze kunnen zelfstandig deelnemen aan onze maatschappij én ze worden positief gewaardeerd door dorpsgenoten.
In de folder die jullie kregen, staat wat we doen. Regelmatig is er over ons werk in de Uitkijkpost te lezen.
Over enkele zaken wil ik nog wat zeggen.

Spreekuur

Om statushouders te helpen of te coachen bij het oplossen van probleempjes (zoals die vermaledijde formulieren) organiseren we een spreekuur. We zoeken nog naar een centrale plek, waar privacy gewaarborgd is.

Huiswerkbegeleiding

huiswerkbegeleiding-heiloovoorelkaar-vluchtelingen-preek-joop tulp-mannuhkoor.nl
Scholieren krijgen ondersteuning van vrijwilligers in de bibliotheek, hun ouders zijn daar meestal niet toe in staat. Dat kan ook niet als het over ’t kofschip, Thorbecke of het Deltaplan gaat. Er wordt hard en gezellig gewerkt. In vakanties doen we altijd iets speciaals met de jongeren.

Soms is het werk lastig. Zo moest ik een meisje uitleg geven bij een les over relaties, seks en alles wat daarbij komt. Haar oren klapperden: morning after pil, ongewenste intimiteiten, lhbti, curettage.. ga daar maar aan staan. Als man op leeftijd had ik prostaat vakkundig uit kunnen leggen, maar dat woord stond er niet bij.

Samenspraak

Volwassen statushouders volgen in de bibliotheek lessen over onze taal en cultuur. We geven deze in groepjes van analfabeet tot eind basisschool. Het betreft voor het merendeel statushouders, die niet of nog niet voor een salaris kunnen werken. Het is een wekelijks verbindend, sociaal, gezellig en leerzaam uitje. Dit heet Samenspraak.

Het gebeurde jarenlang onder de vlag van het Taalhuis van de bibliotheek. Deze  vindt Samenspraak helaas niet meer in het Taalhuis passen. Onze overheid vraagt van de bibliotheek meetbare resultaten. De resultaten van onze lessen zijn in die zin niet meetbaar. Onze lessen zijn erg belangrijk voor de statushouders, maar niet alles wat waardevol en belangrijk is, is meetbaar.

We zijn blij dat de bibliotheek ons nog wel gratis de ruimte aanbiedt. Bij Samenspraak hebben we aandacht voor feesten en gedenkdagen, zowel de Nederlandse als de feesten van de cliënten. En ook voor het feest van een andere vreemdeling….

KOOR: Hoor wie klopt daar kind’ren?

Het Sinterklaasfeest is voor statushouders heel apart: wat is dit, wat gebeurt hier, wie doet het? Ik verzorg dan presentaties over welke vreemdeling dáár klopt. (Sinterklaas is een hobby van me).

Het Sinterklaasfeest is een rijk Nederlands feest. Het is een feest van verbinding, zingen, spanning, op je beurt wachten, creativiteit, elkaar op de hak nemen, elkaar prijzen, elkaar verrassen….. Ik heb er nu alweer zin in.

Het is immaterieel erfgoed. We kunnen het dus gerust met zijn allen vrolijk, vrij en vredelievend vieren. Dankzij die Nicolaas van Myra, een vreemdeling, een Turk!

Eén zaak moet me nog van het hart: discriminatie. Jazeker, discriminatie bestaat in Heiloo. Lees bijvoorbeeld de facebooksite Je bent Heilooër als… maar.

We vinden dat statushouders naar onze normen en waarden moeten leven. We hebben een oordeel snel klaar én we verwachten van medemensen veel, maar van mensen met een andere huidskleur en hun kinderen vaak nog meer: absolute dankbaarheid, onderdanigheid en rechtschapenheid. Het lijkt sinds de tijd van het kolonialisme wel in onze genen te zitten.

Aan de andere kant: soms kunnen statushouders er ook wat van. Als die hun zin niet krijgen, kunnen ze de discriminatiekaart vlot trekken.

Ik heb jullie in deze preek een inkijkje gegeven in mijn leven en in het leven van statushouders. Deze hebben helaas weinig kans om ooit terug te keren naar hun geboortegrond en blijven daarom dorpsgenoten met wie we samen leven.

Samenleven is als zingen in Ût Mannûhkoor: je stinkende best doen, luisteren naar elkaar, op tijd de juiste toon aanslaan en oefenen met dissonanten. Die dissonanten kunnen schuren, maar maken de muziek spannend. Een dirigent of regering die begrip toont en zich aan afspraken en wetten houdt is daarbij broodnodig.

Huub van der Lubbe schreef een mooi lied, een droom over een mooie wereld. De auteur wil in dit lied alle kerken slopen. Ik denk daar anders over. Als er voor onze statushouders hulp nodig is, staan de Heiloose kerken steeds voor ze klaar. Ût Mannûhkoor wil er graag mee afsluiten.

KOOR: Dat zou mooi zijn van De Dijk

Kon je met een liedje maar
De honger laten stoppen
De armoe doen verdwijnen
Voor eens en voor altijd
Kon je door een liedje maar
De wapens laten droppen
De zon weer laten schijnen
Dan deed ik dat geheid

Kon je met een liedje maar
Het wereldleed oplossen
Een eind maken aan oorlog
Aan haat en geweld
Dat je met een liedje weer
Woestijnen kon bebossen
Dat de oceaan weer schoon werd
De ozonlaag hersteld
Dat zou mooi zijn
Dat zou mooi zijn
Dat werd een prachtig lied
Met een prachtcouplet
En een prachtrefrein
Maar zo mooi maak ik ze niet

Kon je met een liedje maar
Godswonderen verrichten
De lammen laten lopen
De blinden laten zien
Kon je met een liedje maar
Voor altijd vrede stichten
En al die kerken slopen
Dan maakte ik er tien

Video-impressie van de preek en Ût Mannûhkoor Alkmaar: “Happy together”, “Dat zou mooi zijn”,”Calypso”, “Gute Nacht”

CREDITS & COPYRIGHT
Joop Tulp, Harmanneke Grapendaal, Ût Mannûhkoor, Marie Anne Pak, Ronald van der Veen, Ellenor Spreeuw, Hans Lugten

Voor een beter inzicht in het gebruik van de website gebruiken wij cookies.  Meer info